De Mierenleeuw
Een verhaal over de mierenleeuw in december? Er is nu geen mierenleeuw te zien hij is momenteel in winterslaap, dat doet deze soort als larve. Maar ja, de plaatjes lagen al lang op de plank en december is nu eenmaal een maand waarin maar weinig insecten zich laten zien. Daarom nu maar vast iets om komend jaar naar uit te kijken. De wetenschappelijke naam van de gevlekte mierenleeuw is Euroleon nostras dat betekent “onze Europese leeuw”. Eigenlijk zou hij om die reden een afbeelding verdienen op de Eurobiljetten en -munten.
Het beestje heeft een interessante levenscyclus en dat is een leuk onderwerp om in zijn geheel in beeld te brengen.
De larve, waar dit insect zijn naam aan dankt, leeft op zonnige plaatsen in mul zand. Dat kan op de hei zijn, onder overhangende begroeiing maar ook naast je huis onder een overstekende dakgoot. De plek wordt altijd zo gekozen dat er weinig regen op valt, lekker warm in de zon en beschermd tegen verstoring door grazende dieren. Dat zorgt ervoor dat de trechter in tact blijft en het zand droog en dus los blijft. Dat het zand los blijft is van levensbelang vanwege zijn manier van jagen.
Wanneer de larve uit het eitje komt graaft hij, door steeds maar in een kringetje achteruit te lopen, een trechtervormig kuiltje met uiteindelijk een doorsnede van 3 à 4 cm. Vervolgens graaft hij zich in op de bodem van dit trechtertje. Hier gaat hij geduldig zitten wachten. Alleen zijn kaken en ogen steken nog boven het zand uit.
Zo gauw een mier of ander insect langs de rand van de trechter loopt komt hij in actie. Met zijn platte kop gooit hij krachtig zandkorreltjes naar zijn prooi die daardoor zijn evenwicht verliest en in de leeuwenkuil valt.
Eenmaal daar beland is er geen ontkomen meer aan. De mierenleeuwlarve grijpt hem met zijn grote kaken en peuzelt hem op. De lege huid van het slachtoffer wordt daarna met een ferme zwaai weer uit de trechter gegooid.
Na een of twee jaar, afhankelijk van de hoeveelheid voedsel, gaat de larve zich verpoppen. Hij spint een cocon ongeveer zo groot als een konijnenkeutel. Zandkorreltjes plakken vast aan de nog vochtige zijde van het spinsel. Dat zorgt voor extra stevigheid en camouflage. De larve vervelt nog een keer in de cocon en wordt een pop, een klein wonder op zich.
Na enkele weken komt het volwassen insect uit de pop en verlaat de cocon. Het volwassen dier lijkt net zo min op de larve als een vlinder op een rups. Het lijkt meer op een waterjuffer waar het overigens helemaal geen familie van is.
In een Italiaans tijdschrift werd zelfs eens een van mijn foto’s van de volwassen mierenleeuw geplaatst bij een artikel over waterjuffers!
Bij de foto’s:
1 en 2 De leeuwenkuilen op de hei en naast mijn huis. 3 De larf met een prooi.
4 en 5 Het volwassen insect. 6 De larf, even uit het zand gehaald voor de foto. 7 De cocon.
8 De cocon met de lege pophuid nadat de mierenleeuw uitgekomen is.