Geelgerande waterkever (Dytiscus marginalis)
In mijn vijver ontdekte ik een aantal larven van de geelgerande waterkever. Ik besloot er enkele uit te halen om in een aquarium de ontwikkeling te kunnen volgen en fotograferen.
Het zijn grote rovers en ze vallen ook elkaar aan. Het is dus zaak om elke larf in een aparte bak te zetten. Omdat ze alleen maar bewegende prooi eten heb ik ze gevoerd met meelwormen en kikkervisjes.
Na elke vervelling zijn ze anders van kleur en na een aantal vervellingen gaan ze zich verpoppen.
Dat verpoppen doen ze op het droge onder de grond, daartoe had ik voor elke larf een klein bakje met aarde ter beschikking gesteld.
De larf graaft zich in en maakt onder de grond een ovale ruimte, de zogenaamde poppenkamer.
Na enkele weken heb ik zo’n kamer voorzichtig opengemaakt om de pop te fotograferen.
Het was nog net op tijd want slechts vijftien uur later was de kever al uit de pop.
Foto rechtsboven: het vrouwtje met geribbeld dekschild.
Foto’s links: drie verschillende stadia van de larf.
Foto’s onder: links de pop en rechts de net uitgekomen kever.
Dat het een mannetje is zie je aan het gladde dekschild.