Afbeeldingsmaatstaf en belichtingscompensatie
Wanneer je in het macrogebied fotografeert krijg je te maken met lichtverlies. Hoe groter de afbeeldingsmaatstaf hoe meer lichtverlies. Het lichtverlies is alleen afhankelijk van de afbeeldingsmaatstaf en niet van het gebruik van tussenringen, een voorzetlens, een balg of een macro-objectief.
Bij dezelfde afbeeldingsmaatstaf en dezelfde hoeveelheid licht zul je altijd op dezelfde belichting uitkomen. Dat is een natuurkundige wet en die kun je niet ter discussie stellen. Natuurkundige wetten zijn niet zoiets als een geloofsovertuiging die je kunt aanhangen of verwerpen. Wanneer je bijvoorbeeld niet gelooft dat er zoiets als de wet van de zwaartekracht bestaat en je stapt uit een raam, dan val je gewoon op je snuit en maakt het niet uit of je in zwaartekracht gelooft of niet.
Zo is het ook met optische wetmatigheden, die gelden altijd en voor iedereen.
Om het te laten zien heb ik met een vaste lichtbron in de studio een aantal opnamen gemaakt. Hiernaast zie je een rijtje foto’s van een lucifersdoosje, telkens dezelfde afbeeldingsmaatstaf maar steeds weer met een ander objectief, al dan niet met tussenring, balg of voorzetlens gefotografeerd.
Ik kwam in alle gevallen uit op 1/8 sec bij f/5,6 op ISO 200.
Het is dus een fabeltje om te stellen dat je met tussenringen of een balg meer lichtverlies zou hebben dan met een voorzetlens of macro-objectief. Dit is belangrijk om te weten wanneer je bij aanschaf moet kiezen tussen een voorzetlens of tussenringen.
Je kunt het lichtverlies bij macrofotografie op verschillende manieren compenseren, met een langere sluitertijd, een groter diafragma of een hogere ISO instelling. Staat de camera op een of andere automatische stand dan zal de camera volautomatisch de belichting aanpassen.
Als de camera het automatisch aanpast, waarom is het dan toch belangrijk om dit te weten? Wanneer je rekening houdt met het lichtverlies dan kun je van tevoren ongeveer inschatten of je die vlinder of libel nog uit de hand kunt fotograferen. Je zou dan bijvoorbeeld de ISO instelling alvast een stuk hoger kunnen zetten. Doe je dat pas wanneer je het beestje al in beeld hebt dan is de kans groot dat je onderwerp al weg is voordat je een foto kunt maken, of je foto mislukt door bewegingsonscherpte.
Het lichtverlies is heel gemakkelijk uit te rekenen met de volgende formule: (A+1)² = B. In deze formule staat de A voor Afbeeldingsmaatstaf en de B voor Belichtingcompensatie.
Klik hier (https://natuurfoto.nl/april-2012-tips-en-trucs) voor uitleg over het begrip afbeeldingsmaatstaf.
Voorbeeld: Je fotografeert met diafragmavoorkeuze een mooie bramenstruik op f/8 bij 100 ISO. In de zoeker zie je de sluitertijd van 1/125 sec. Vervolgens wil je een vlinder, die je op de bramenstruik ontdekt, fotograferen.
We gaan uit van een afbeeldingsmaatstaf A van 1:2,5 in decimalen is dit 0,4 De berekening is dan als volgt: A+1 = 0,4+1 = 1,4. Het kwadraat van 1,4 wordt dan 1,4×1,4 = 1,96, afgerond is de belichtingscompensatie B dan 2.
Je moet dus 2x zo lang belichten of je diafragma een hele stop groter zetten (f/4 in dit voorbeeld) of de ISO instellen op 200.
Laat je de camera op dezelfde instelling staan als bij het fotograferen van de bramenstruik dan krijg je een sluitertijd van 1/60 sec, het resultaat is dan al gauw bewegingsonscherpte.
Ben je erop voorbereid dan kun je alvast overcompenseren door bijvoorbeeld de gevoeligheid op ISO 800 te zetten. De sluitertijd zal dan op 1/250 sec uitkomen en dat is een goede sluitertijd voor een macro-opname uit de hand.
Zie ook: Deze maand (klik op de groene tekst): januari 2011, april 2012, oktober 2012, april 2013