Het Landkaartje een bijzondere vlinder.
Om meerdere redenen is het Landkaartje (Araschnia levana) een heel bijzondere vlinder.In 1939 werden er in Zuid-Limburg en het oosten van Gelderland voor het eerst in Nederland enkele Landkaartjes waargenomen. Begin jaren zestig kwam hij in heel zuid Nederland voor en in 1983 bereikte hij ook de Waddeneilanden Texel en Terschelling. Vanaf die tijd is het een vlinder die je in heel Nederland tegen kunt komen.
Een andere bijzonderheid is dat het Landkaartje er in het voorjaar heel anders uitziet dan in de zomer.
Zo erg verschillend dat Carolus Linnaeus ze in 1758 als twee verschillende soorten beschreven heeft. De voorjaarsvorm als Papilio levana en de zomervorm als Papilio prorsa. Wanneer vlinders er in het ene seizoen anders uitzien dan in het andere seizoen noemt men dit seizoendimorfisme. Het seizoendimorfisme wordt veroorzaakt door de daglichtlengte en temperatuur tijdens het rups- en popstadium.
De eerste generatie in het voorjaar is oranjerood met zwarte vlekken terwijl de zomergeneratie zwart is met een witte band.
Aan de onderkant van de vleugels staat een ingewikkeld patroon van gekleurde vlekken en strepen. Dat ziet er een beetje uit als een landkaart en daar heeft de vlinder zijn Nederlandse naam aan te danken.
Nog een bijzonderheid van deze vlinders is dat de vrouwtjes hun eitjes aan de onderkant van het jonge blad van de Grote brandnetel afzetten en ze doen dat in staafjes van 5 tot soms zelfs 20 eitjes opeen geplakt. Ze leggen gemiddeld 67 eitjes per keer en produceren 3 tot 4 van zulke legsels. Dat is een kleine 200 eitjes in totaal.
Meestal vliegt de vlinder in twee generaties maar soms, als het warme weer lang aanhoudt, vliegt er nog een derde generatie. Je kunt de vlinders dan nog tot half oktober zien. Vaak hebben de vlinders van deze derde generatie een uiterlijk dat het midden houdt tussen die van de voorjaarsgeneratie en de zomergeneratie.
De Landkaartjes overwinteren als pop.
Foto’s boven: De voorjaarsvorm, de onderkant, de zomervorm.
Foto’s links: Eitjes, rupsen en pop.